Er zijn twee bedden, één links van de kamer - Mei - en één rechts van de kamer - Zachary. Ertussen in bevindt zich één groot raam. Mei en Zachary delen duidelijk de kamer: er liggen nergens kledingstukken, die zitten in de kast die ze delen, maar het is wel duidelijk dat de troep van beiden is. Ze hebben pokerkaarten overal liggen, op een achthoekige tafel met drie stoelen, op de grond hier en daar, een lege gun ligt er ook, lege flessen vodka staan her en der op de tafel, rond de tafel, en nog halfvolle. Jack Daniels, Canadian Club, etc. Het bed van Zack is koud en twee poten hebben het begeven, daarom slaapt hij half op de grond. Mei heeft een nog heel bed, maar ze slaapt niet met een dekbed, maar met een deken. Er hangt een dartbord boven zijn bed met twee darts in de muur en drie in het bord zelf. Er hangt ook nog een fotorolletje van Ami en Zach daar vlak onder met een dart vastgemaakt. Mei heeft haar scepter tegen haar nachtkastje zitten, waar ze vanalles op laat slingeren: lenzendoosjes, een schaar, knipsels, een schaakstuk. Er ligt een wekker op de grond.