Het is een redelijk normale jongenskamer met een dartsboard, een tv met Gamecube wat Jesse als zijn eigendom ziet, niet ongelofelijk veel rommel - gewoon hier en daar een shirt of jeans - en natuurlijk twee bedden, één aan de linkerkant van de kamer en één aan de rechterkant. Beiden onopgemaakt en ertussen zitten twee nachtkastjes met daar weer tussen een groot raam. Op Justin's nachtkastje, die bij het rechterbed hoort, liggen zijn handschoentjes, een pakje Tic Tacs, een piramide van drie lege blikjes cola en een horloge. Op die van Jesse, die bij het linkerbed hoort, ligt een iPhone, een kapotte Black Berry en nog een gesloopte, ietwat verouderde iPhone. Er is ook op dat nachtkastje een wekkerradio en een aantal pakjes sigaretten. Er is een kast naast de deur van ebbenhout waarop sleutels zitten, van Justin's motor, van de kamer, van Jesse, van Jesse's laptop die hij op het bureau naast de tv heeft geplaatst, waar sowieso zoveel knipsels en troep op zit dat Justin er zich maar niet mee bezig houdt.